Opening '64

Ondertussen inmiddels niet meer in Wijk aan Zee:

Dit jaar heb ik voor het eerst meegedaan aan de tienkamp van het Tata Steel Chess toernooi en ik moet zeggen, dat was erg leuk om te doen! Afgelopen 2 jaar kwam ik niet verder dan een vierkampje dus dit was even andere koek. Vooraf vroeg ik me wel af of 9 partijen in 10 dagen spelen niet een beetje veel van het goede zou zijn maar, zo redeneerde ik, zolang mijn resultaten redelijk tot goed zouden zijn zou het met de motivatie ook wel goed zitten.

Ik had lekker 2 weken vakantie opgenomen en op ‘s ochtends wat kinderen naar school brengen na, had ik vrijwel geen verplichtingen en kon me dus volop richten op het schaken. Veel aan voorbereiding had ik niet gedaan, geen tijd voor of geen zin in, zoiets. Wel was ik goed uitgerust en had gewoon zin om te beginnen!

Ronde 1:
Ik mocht met wit beginnen tegen een sympathieke Hagenees genaamd Meile Tamminga. Ik had me voorgenomen om een LondonSystem te spelen tegen zo’n beetje iedere zwarte opzet. Die ochtend had ik namelijk een mooie video op YouTube bekeken van de geniale en bijzonder geestige Engelse grootmeester Simon Williams. Meile speelde 1 van de hoofdvarianten en tot ongeveer de 20ste zet kon ik eigenlijk alle aanbevelingen van Williams op het bord planten. Ik mocht zelfst mijn pionnen op g4 en h4 zetten en had een halfuurtje bedenktijd geïnvesteerd omdat ik vermoedde dat er een offer in de lucht hing. Helaas kon ik na de beste verdediging van zwart niks concreets vinden en besloot dan ook om een rustigere zet te doen. Zo rustig bleek die niet te zijn want ergens had ik compleet gemist dat zwart zomaar een kwaliteit kado kreeg. Dus dat was even balen, van een veelbelovende stelling naar een materiële achterstand. Dus ik ben er maar even goed voor gaan zitten en heb uren zitten spelen om in de buurt van de remise te komen en hoera, dat lukte nog ook! Via een geinige patwending sleepte ik het halfje uit het vuur en was daar best tevreden over. Tuurlijk had ik niet zo kinderlijk die kwal weg moeten geven (dan had er misschien wel meer in gezeten) maar ik was tevreden met mijn verdediging en zat dus mooi vrolijk te zijn in de auto terug richting Pancras.
Ronde 2:
Zwart tegen Ron Greven. Ik kende Ron wel van naam en gezicht maar had nog nooit tegen hem gespeeld. Een korte zoektocht op internet leverde een paar partijen van Ron op en ik had gezien dat hij met wit e4 speelt. Ik kwam een Siciliaanse partij tegen waarin hij 2.b4 speelde, het Vleugel Gambiet. Daar had ik me dus een beetje op voorbereid, net als op wat hoofdvarianten. Zul je altijd zien, speelt ie het SmithMorra Gambiet.. Ik had niet zo’n trek om de aangeboden pion gelijk te pakken en door snel d5 te spelen ontstond er een soort Alapin en dat vinden die witspelers vaak niet zo leuk. Toen, net na de opening, gebeurde er iets vreemds. Ron pakte zijn dame op en wilde daar mijn pion mee slaan. Hij rommelde wat op het veld waar de pion zich bevond en zei toen “ Ah, ik dacht dat mijn toren al achter de dame stond..” en hij gaf me een hand. Jammer, ik had die stelling graag verder willen spelen maar ik was ook wel blij met een gratis puntje.
Ronde 3:
In de afgelopen jaren heb ik op internet tienduizenden potjes gespeeld tegen mensen over de hele wereld maar vandaag was de eerste keer dat ik het in een een ‘echte’ partij tegen een buitenlandse speler mocht opnemen. De Fransman genaamd Laurent Gainepain speelde een Scandinavische opening en behaalde daar vrij snel gelijk spel mee. Toen alle paarden elkaar van het bord hadden geslagen bleven er 2 loperparen over in een heel dynamische stelling. Ik vertrouwde het niet zo allemaal en bood hem voor de zekerheid remise aan en dat nam hij snel aan.

Ronde 4:
Zo speel je nooit tegen een buitenlander, zo krijg je er 2 in 2 dagen! Vandaag stond de Engelsman James L. Chilton op het menu en na het bemoedigende begin van de partij in de eerste ronde had ik wel weer trek in een Londens systeempje. Zo gezegd zo gedaan en ook deze ging erg vlotjes richting een hele fijne stelling. Ergens in het middenspel greep mijn tegenstander mis en verslikte zich in een verkeerde combinatie. Vanaf daar was het een kwestie van goed op blijven letten en het niet meer laten glippen. Na een uurtje of 3 spelen kreeg ik een hand en mocht weer een puntje bijschrijven. So far so good!
Ronde 5:
Zwart tegen Werner Friz die niet zoals zijn naam misschien doet vermoeden uit de Zwitserse Alpen komt, maar gewoon uit Krommenie. Ik voelde me niet helemaal lekker deze dag, snotverkouden en niet goed geslapen, dus ik besloot een rustige opening te spelen (de 2.Dd8 variant in het Scandinavisch) en om verder te hopen op het beste. Dat lukte, mijn stukken vonden mooie velden en ergens in het middenspel won ik een pion. Toen daar even later nog een tweede bijkwam was dat genoeg voor de winst. Tot nu toe 4 uit 5, niet verkeerd!
Ronde 6:
Wit tegen 1 van de tig schakende broers Kuijs die er in Castricum en omgeving rondlopen. Met dit exemplaar, Gerard, had ik nog een appeltje te schillen want vorig jaar had ik een nogal pijnlijke nederlaag tegen hem geleden in de externe competitie. Ik was dus gebrand op revanche en ook voor de stand in de groep was dit een belangrijke partij. Ik gokte dat hij me nu al 2 keer 1.d4 had zien spelen en zich daarop had voorbereid dus ik deed 1.e4 en kreeg wederom een Scandinavische opening om op te kauwen. Over de partij kan ik kort zijn, ik heb een paar grote kansen op de winst gemist en heb echt ongelofelijk zitten prutsen. Ook viel de klok opeens uit, batterijen op ofzo. Scheids erbij, gedoe over hoeveel of beter gezegd hoe weinig tijd mijn tegenstander nog dacht te hebben, nieuwe klok op tafel en doorspelen maar.
Nou, dat doorspelen lukte wel want ik heb tot ‘s avonds 19.00 uur geprobeerd om mijn pluspion naar de overkant te brengen. Helaas, hij kwam onderweg een dolle, zwarte toren tegen en is niet verder dan h7 gekomen. Van mijn spel in deze partij baalde ik flink maar ik bedacht me ook dat ik geen moment in gevaar was geweest en mijn tegenstander in ieder geval uren heb laten zweten. Na deze monsterpartij waren we gelukkig toe aan een rustdag dus dat kwam mooi uit.
Ronde 7:
Nu heb ik in de afgelopen jaren al veel opmerkelijke figuren aan de andere kant van het bord getroffen, de meneer tegen wie ik het deze ronde moest opnemen overtrof alles. Hij was in vrijwel iedere voorgaande ronde steeds veel te laat aan het bord verschenen dus ik had me er al op ingesteld dat hij dat vandaag weer zou doen. Om 13.30 uur heb ik de klok gestart en kon het wachten beginnen. Mooi even bij de grootmeesters gekeken, een colaatje gedronken en wat rondjes gelopen toen ik hem rond 14.00 uur zag binnenkomen. Geen sorry, geen hand, geen ‘prettige partij’ maar meneer ging gewoon zitten schaken. Ik vond dat nogal lomp en had eigenlijk niet eens zin om een middag tegenover dit heerschap te zitten. De partij ging lang gelijk op tot ik ergens in een vervelend eindspel de mist in ging en heb ik hem (wel) een hand gegeven en de klok stil gezet. Naderhand heb ik hem nog aangesproken op zijn gedrag, eerst kwamen er allemaal smoesjes (ik kom helemaal uit Nieuwegein, ik moest tot 12.00 uur werken, er stond een file, pas na een uur zou ik verloren hebben, enz enz, bla, bla, bla) en had ik al snel door dat er met dit figuur geen redelijk gesprek te voeren was. Later hoorde ik van RobH een mooi verhaal over zijn partij van vorig jaar tegen dezelfde meneer. Hij was na te hebben verloren zo kwaad geworden dat hij de stoelen door de zaal heeft geschopt, haha.Jammer, deze dag moest ik maar snel vergeten en morgen weer fris ertegen aan.
Ronde 8:
De voorlaatste ronde alweer en ik had er zin in. De tegenstander van vandaag, Gerard Koeleman uit Almere, had tot dusver niet zo’n sterk toernooi gespeeld en bungelde ergens onderaan de ranglijst. Weer speelde ik een London System en kwam erg fijn uit de opening. Hoewel we evenveel materiaal op het bord hadden, had ik steeds de iets prettigere stelling en kon ik die uitbouwen tot een heerlijk ruimtevoordeel in het eindspel. Mijn koning was al halverwege het bord terwijl die van hem daar nog een paar zetten voor nodig had. Uiteindelijk kwam hij in tempodwang, gaf me een hand en zijn we samen een biertje gaan drinken.

Ronde 9:

De laatste ronde ging ik in op een half punt achterstand op de koploper (en dat was helaas de pannekoek die ik in ronde 7 trof) dus ik moest winnen om nog aanspraak te kunnen maken op de eerste plaats. Voor mijn tegenstander, Thijs van Wijgaarden, was ik een paar dagen eerder gewaarschuwd door RobH. Hij vertelde dat Thijs kon winnen van een 2100 maar soms ook kon verliezen van een 1300.. Lastige tegenstander dus, leek me.Ik had zwart en had me voorbereid op 1. d4 omdat ik hem dat had zien spelen, maar uiteraard werd het 1. e4 en heb ik de Siciliaan weer van stal gehaald. Thijs speelde het wel heel voorzichtig en bood al op de 4e zet dameruil aan. Nu hou ik best van dameloze spelletjes maar dit was toch wel erg tam allemaal. Ik kon de ruil nog een zetje uitstellen maar moest zijn dame daarna toch wel ruilen. Niet lang daarna ging hij de fout in en won ik een kwaliteit in een stelling die sowieso al erg lekker speelde. Hij sputterde nog wat tegen maar al snel zette hij de klok stil en legde hij zijn koning plat.Ondertussen had de koploper ook gewonnen dus ik was er al zeker van dat het niet meer dan een tweede prijs zou worden. Ik moest alleen nog ‘even’ wachten tot de partij tussen de Fransman en Gerard Kuijs afgelopen was. Bij remise of winst van Gerard zou ik ongedeeld 2e zijn, bij winst van Laurent zou ik die plaats met hem moeten delen. Het zag er al de hele middag naar uit maar het werd het laatste scenario want hij schoof Gerard gedecideerd van het bord. Rond 17.00 uur (we waren om 12.00 uur begonnen) konden we de prijzen ophalen en meteen de boekenbonnen spenderen.
Mooi! Gedeeld tweede! Blij mee!
Ik was over het algemeen best tevreden over mijn spel en vond het ook gewoon een onwijs gaaf en gezellig toernooi om aan mee te doen. Mocht ik volgend jaar weer wat vakantieuurtjes overhebben weet ik wel wat ik in januari 2021 ga doen..

Jeroen

Opening '64